ADHD test

ADHD test

Bekijk onderstaande twintig criteria en bekijk of deze voor jou gelden. Het geeft je een inzicht in jezelf. Heel verhelderend, maar ook confronterend. De uitkomst kan je rust geven en begrip dat sommige dingen buiten jezelf liggen. In mijn praktijk ondersteun ik mensen om te gaan met het fenomeen ADHD en hoe je succesvol kunt worden.

Dr. Edward M. Hallowell en Dr. John J. Ratey, twee Amerikaanse ADHD-deskundigen, hebben een lijst samengesteld met criteria die gebruikt kunnen worden om de diagnose ADHD te stellen. De onderstaande punten zijn gebaseerd op grootschalige klinische ervaringen. Het kan je een indicatie geven of je wellicht ADHD hebt.
Lees de punten aandachtig door en ga na of deze op jou meer van toepassing zijn dan op de meeste anderen van jouw leeftijd.

A. Ten minste twaalf van de volgende criteria moeten een chronisch probleem vormen.

1. een gevoel van onderprestatie omdat je je doelen niet bereikt (ongeacht hoe veel je al tot stand hebt gebracht)
Dit punt staat bovenaan, omdat het de meest voorkomende reden is waarom volwassenen hulp zoeken. “Ik krijg het niet voor elkaar,” is de meest gehoorde uitspraak. Een volwassene met ADHD kan objectief gezien al heel wat bereikt hebben, of doet zijn/haar leven al hulpeloze pogingen iets te bereiken. Hoe dan ook, in beide gevallen kampen de personen met het gevoel gevangen te zijn, niet in staat te zijn hun aangeboren capaciteiten ten volle te benutten.

2. problemen met het organiseren van je leven
Een belangrijk probleem voor de meeste ADHD-volwassenen. Zonder de structuur die school biedt, zonder ouders die dingen organiseren, wankelt hij/zij door de organisatie-eisen die het dagelijks leven stelt. De zogenaamde ‘kleine dingen’ stapelen zich op en worden hoge obstakels. Een gemiste afspraak, een verloren cheque en een vergeten deadline, en hun wereld stort in.

3. chronisch uitstellen, problemen ergens mee te starten
Volwassenen met ADHD durven niet goed aan iets te beginnen, gevoed door hun angst dat ze het toch niet goed zouden doen, hierdoor stellen zij zaken uit en proberen dingen te negeren. Dit gedrag vergroot weer de angst aan de (alsmaar groeiende hoeveelheid) taken te beginnen.

4. veel projecten lopen gelijktijdig, problemen met voortzetten en afronden
Een gevolg van punt 3. Men stopt met iets en begint aan iets anders, maakt dit niet af en gaat weer iets anders doen. Aan het eind van de dag, de week of het jaar hebben ontelbaar onafgemaakte projecten zich opgestapeld, terwijl er maar een paar zijn afgerond.

5. geneigd zijn te zeggen wat in het hoofd omgaat, zonder de noodzakelijke timing of gevolgen ervan in acht te nemen
Zoals een kind met ADHD in de klas, wordt de volwassen ADHD’er gedreven door enthousiasme en ongeremdheid. Een gedachte komt op en moet worden uitgesproken. Tactloosheid en bedrog vervangen in het ergste gaval uiteindelijk de kinderlijke uitbundig- en uitgelatenheid.

6. een voortdurende hang naar sterke prikkels (kicks)
De volwassen ADHD’er is altijd op zoek naar nieuwe spanning en sensatie: iets in de omgeving dat de concurrentie kan aangaan met de wervelwind die in hem-/haarzelf woedt.

7. een aanleg om snel verveeld te zijn
Een gevolg van punt 6. Verveling omringt de volwassen ADHD’er als een gootsteen, altijd klaar alle energie op te zuigen. De ADHD’er blijft achter met de honger naar meer stimulans. Dit kan gemakkelijk verkeerd worden uitgelegd als een gebrek aan interesse. In feite is het een relatief onvermogen interesse voor een langere tijd vast te houden. Zoveel als hij/zij ergens om geeft, zo snel loopt zijn/haar batterij leeg.

8. snel afgeleid, concentratieproblemen, neiging af te haken of weg te dromen tijdens een conversatie, vaak gekoppeld aan een vermogen zich van tijd tot tijd te hyperfocussen.
Dit zijn de voornaamste kenmerken van ADHD. Het moment van ‘uitgeschakeld worden’ is vrij willekeurig en onvrijwillig. Het gebeurt bij wijze van spreken wanneer de ADHD’er even niet kijkt. Het volgende wat je bemerkt, is dat hij/zij er niet meer is. De ongelofelijke gave tot hyperfocussen komt ook veelvuldig voor. De ADHD’er gaat dan zo op in een activiteit dat hij/zij voor niets en niemand anders bereikbaar is. Hallowell en Ratey (de samenstellers van deze lijst) pleiten dan ook voor een andere benaming van het syndroom: AIHD, Attention Inconsistency Hyperactivity Disorder. Er is namelijk geen sprake van een tekort aan aandacht, maar van een inconsequent richten van de aandacht.

9. vaak creatief, intuïtief en hoogbegaafd
Dit is geen symptoom, maar wel een belangrijk aandachtspunt. Volwassenen met ADHD hebben, doordat zij zoveel prikkels opvangen, meestal een creatieve, associatieve geest. Te midden van hun chaos en afleidbaarheid laten zij flitsen zien van briljante ideeën. Het veroveren van deze bijzondere gave is een belangrijk doel in de therapeutische behandeling van ADHD’ers.

10. problemen met geijkte routes en het volgen van vastgestelde procedures
In tegenstelling tot wat men vaak denkt, is dit niet het gevolg van onverwerkte problemen met autoriteiten. Het is eerder een uiting van verveling en frustratie: routine betekent het herhalen van handelingen. ADHD’ers ervaren dit als saai en zoeken naar uitdagender manieren. Zij raken gefrustreerd omdat zij niet in staat zijn dingen te doen op de wijze waarop zij verondersteld worden deze te doen.

11. ongeduldig: lage frustratiedrempel
Frustratie op allerlei gebied herinnert de ADHD’er aan alle mislukkingen in het verleden. “O nee,” denkt hij/zij “daar gaan we weer!” Woede of terugtrekken is het gevolg. Ongeduldigheid heeft te maken met de behoefte aan stimulans. Anderen zullen dit snel zien als onvolwassen of onverzadelijk gedrag.

12. impulsiviteit, zowel verbaal als in actie, bijvoorbeeld: impulsief geld besteden, plannen wijzigen, nieuwe schema’s of carrièreplannen maken enz.
Dit is een van de meer gevaarlijke van de symptomen bij ADHD-volwassenen, of, afhankelijk van de impuls, een van de meest avontuurlijke.

13. neiging zich nodeloos, eindeloos zorgen te maken, neiging de horizon af te zoeken naar iets waarover getobd kan worden afgewisseld met onoplettendheid of geen acht slaan op mogelijke reële gevaren.
Wanneer de aandacht niet besteed wordt aan een specifieke taak, ontstaat een chaos aan gedachten in het hoofd van de ADHD’er. Gepieker is hier vaak een gevolg van, omdat de persoon onbewust toch behoefte heeft zich ergens op te concentreren. Het resultaat is dan een destructieve gedachtenstroom waarin rampscenario’s worden uitgespit.

14. gevoel van dreigend onheil en onveiligheid afgewisseld met het nemen van grote risico’s
Dit symptoom relateert enerzijds aan de neiging zich nodeloos zorgen te maken en anderzijds aan de aanleg voor impulsief gedrag.

15. stemmingswisselingen, depressie (in het bijzonder wanneer een relatie wordt verbroken of project wordt beëindigd)
Volwassenen (meer dan kinderen) met ADHD voelen zich overgeleverd aan een onstabiel humeur. Dit wordt zowel veroorzaakt door hun ervaringen met frustratie en/of falen als met de neurobiologische invloeden van het syndroom.

16. rusteloosheid
De volwassene met ADHD toont de volgroeide hyperactiviteit van het ADHD-kind meestal niet zien. In plaats daarvan ziet men ‘nerveuze energie’: snel praten, trommelen met vingers, steeds verzitten, vaak opstaan van tafel en het verlaten van de ruimte, gespannen aderen in de hals en een ‘speedy’ blik in de ogen. Zelfs in rust voelt de ADHD’er zich zenuwachtig, gespannen en overprikkeld.

17. neiging tot verslaving
Meer dan anderen hebben volwassen ADHD’ers de kans verslaafd te raken, hetzij aan een stof als nicotine, cocaïne, cafeïne of alcohol, hetzij aan een activiteit als gokken, winkelen, eten of werk. Dit heeft onder andere te maken met hun grote behoefte aan prikkels (die de ADHD’er paradoxaal genoeg kalmeren!), hun impulsiviteit en hun neiging tot hyperfocussen. Eetstoornissen komen vaak voor in depressieve periodes.

18. chronische problemen met gevoel van eigenwaarde
Deze zijn het directe en ongelukkige resultaat van jaren van conditionering: jaren van verteld worden dat men een kluns, een halve gare, een paniekzaaier, een druktemaker, een chaoot, een stumper, een eenling, getikt en anders is. Jaren van frustratie, falen of het niet-voor-elkaar-krijgen leiden tot een negatief zelfbeeld. Het is indrukwekkend te zien hoe veerkrachtig de meeste ADHD’ers nog zijn, ondanks al de tegenslagen.

19. onnauwkeurige zelfwaarneming
ADHD’ers hebben vaak een beperkte kijk op zichzelf. Zij hebben nauwelijks een idee van de invloed en uitwerking die zij hebben op andere mensen. Dit leidt vaak tot grote misverstanden en diep gekwetste gevoelens.

20. Familiehistorie van ADHD, manisch-depressiviteit, depressies, drugs- en/of alcoholverslaving, dwanghandelingen of stemmingswisselingen
Sinds bekend is dat ADHD vaak genetisch wordt overgedragen en samenhangt met de andere bovengenoemde stoornissen, is het niet ongewoon (maar ook niet noodzakelijk) dat deze problemen in de familie zijn terug te vinden.

 

Deel dit bericht op